Hoe wordt het project gerealiseerd?
De benadering van E10 leidt tot een versnelling van de planvorming en een zekerstelling van de realisatie. Eerdere initiatiefnemers van een vijftal kleinere projecten in het gebied hebben de handen ineengeslagen, door deze deelprojecten te integreren in één gezamenlijke aanpak voor de regio. De E10 aanpak is gebaseerd op een gezamenlijke visie op de regio en op de sociaal maatschappelijke inbedding van windenergie in de gemeenschappen in de regio. Daarmee ontstaat maximale ontwikkeling van draagvlak voor windenergie en door één gezamenlijke organisatie worden daarnaast nog verschillende schaalvoordelen bereikt.
Stichting E10 verzocht het Ministerie van EL&I de Rijkscoördinatieregeling (RCR) toe te passen voor haar windenergieproject in Noordoost Fryslân. Het project voorziet in herstructurering van het gebruik van windenergie. Bundeling van de opwekkingscapaciteit in een beperkt aantal opschalingsclusters maakt het mogelijk de potenties van het goede windaanbod in Noordoost Fryslân veel beter te benutten. Door tegelijk verouderde kleine solitaire windturbines, die verspreid door het gebied staan, te saneren leidt dit project tot een vernieuwd windlandschap. De vormgeving van het project doet recht aan de bestaande ruimtelijke structuur, de maat en de schaal van het landschap. Door rekening te houden met participatie en draagvlak, doet het project ook recht aan de sociale verhoudingen. Door uitvoering van het project wordt hiermee tegelijkertijd een slag gemaakt in ruimtelijke kwaliteit en in duurzame ontwikkeling van de regio.
Stichting E10 verzocht het Ministerie van EL&I de Rijkscoördinatieregeling (RCR) toe te passen voor haar windenergieproject in Noordoost Fryslân. Het project voorziet in herstructurering van het gebruik van windenergie. Bundeling van de opwekkingscapaciteit in een beperkt aantal opschalingsclusters maakt het mogelijk de potenties van het goede windaanbod in Noordoost Fryslân veel beter te benutten. Door tegelijk verouderde kleine solitaire windturbines, die verspreid door het gebied staan, te saneren leidt dit project tot een vernieuwd windlandschap. De vormgeving van het project doet recht aan de bestaande ruimtelijke structuur, de maat en de schaal van het landschap. Door rekening te houden met participatie en draagvlak, doet het project ook recht aan de sociale verhoudingen. Door uitvoering van het project wordt hiermee tegelijkertijd een slag gemaakt in ruimtelijke kwaliteit en in duurzame ontwikkeling van de regio.
Integrale gebiedsanalyse
De exacte invulling van de gebiedsanalyse wordt in het kader van de regionale benadering nader uitgewerkt. Doel van de Stichting E10 is om meer eenheid te brengen in de landschappelijke benadering bij de herstructurering van windenergie.
Moderne windturbines zijn groter dan de bestaande en Stichting E10 hecht aan een samenhangend beeld voor de regio. Stichting E10 richt zich daarom op het creëren van één project waarbij de diverse onderdelen één landschappelijke samenhang vormen in de regio Noordoost Fryslân. Vanuit deze samenhang kan het aantal zoekgebieden binnen de regio Noordoost Fryslân bepaald worden. E10 maakt één samenhangende gebiedsanalyse. Samen met gemeenten en andere partijen uit de regio worden ontwerpateliers georganiseerd om de gebiedsanalyse te verfijnen. Die gebiedsanalyse geldt voor de diverse locaties maar ook voor thema’s als: · ruimtelijke ontwikkelingen; · landschappelijke ontwikkelingen; · (sociaal-) economische en regionale verankering/binding; · culturele betekenis; · maatschappelijke inpassing. E10 kiest in haar landschappelijke benadering niet voor grote structuren, maar juist voor kleine clusters van grote windturbines. Het is een benadering die aansluit bij de ruimtelijke structuur van dit gebied. Deze benadering maakt projectvorming op regionale schaal noodzakelijk. Dat betekent, dat het project meerdere clusters omvat en dat daarbinnen de verschijningsvorm van de nieuwe windturbines hetzelfde zal zijn: hoogtes en rotordiameters worden zo op elkaar afgestemd. De zichtbaarheid en beleving van de clusters in de regio zal tot een beeld leiden dat ook door de lokale gemeenschappen geaccepteerd wordt. Het aantal clusters vloeit voort uit de gebiedsanalyse. In de planvorming zal binnen het studiegebied Noordoost Fryslân ruimte zijn voor meerdere zoekgebieden en clusters. Als onderdeel van de gebiedsanalyse zullen ook sociale en ruimtelijke ontwikkelingen worden geïdentificeerd die gesteund kunnen worden door de ontwikkeling van windenergie. Er zal in dit verband dus een relatie worden gelegd met de baten uit windenergie. Stichting E10 zal specifieke regionale thema’s betrekken in de gebiedsanalyse (denk aan krimpgebied, Centrale As etc.) en rekening houden met o.a. sociaal economische beleidsplannen (bijvoorbeeld Sociaal Economisch Masterplan Noordoost Fryslân). Onderdeel van de gebiedsanalyse is ook een analyse en inventarisatie van partijen die voor de windenergieontwikkeling meekoppelende belangen vertegenwoordigen. Concreet zal er met belangenorganisaties, grondeigenaren, gemeenten, waterschap en provincie (binnen het studiegebied) overlegd worden om te komen tot een onderbouwde gebiedsanalyse. Uitbreiding van het aantal clusters leidt ook tot een uitbreiding van de saneringsopgave. In dat verband is er contact met het Platform Duurzaam Fryslân (PDF). Parallel daaraan is ook overleg met de Friese Milieu Federatie (FMF) en Doarpswurk, die zich richt op het in stand houden en stimuleren van de sociale samenhang en de leefbaarheid van het Friese platteland. Dorpsbelangen spelen daarin een belangrijke rol. Het projectconcept van de Stichting E10 is daardoor flexibel en kan gemakkelijk inspelen op voortschrijdende inzichten die uit nog uit te voeren nadere effectstudies en analyses voortkomen. |
OntwerpsessiesVertegenwoordigers van belangenorganisaties en inwoners kunnen meedoen aan het ontwerpproces.
Het ontwerp van het windlandschap zal plaatsvinden in enkele ontwerpateliers. Tijdens deze ontwerpateliers zullen voornoemde vertegenwoordigers als deelnemers meedenken, - praten, -ontwerpen en -beslissen over mogelijke inrichtingvarianten. In het tweede kwartaal van 2013 vindt het eerste ontwerpatelier plaats, waar de deelnemers kennis maken met noodzakelijke randvoorwaarden en kennis over windenergie en het gebied. Er zullen korte inleidingen gegeven worden over het gebied en (in hoofdlijnen) de randvoorwaarden en belemmeringen m.b.t. ruimtelijk ontwerp. Na deze korte inleidingen gaan de deelnemers brainstormen en ‘schetsen’. Doel van deze bijeenkomst is om op een creatieve manier breeduit na te denken over mogelijkheden. De volle breedte van ‘wat mogelijk is’ wordt verkend. De ontwerpen worden door een bureau verwerkt. Een panel van professionals op het gebied van landschap, ecologie en energie geeft commentaar op de ontwerpen en geeft daarbij een inhoudelijk beoordeling en motivering. Tevens zullen de mogelijkheden onderzocht worden voor educatieve toepassingen of nevenfuncties van het windparkontwerp. In het derde kwartaal van 2013 vindt het tweede atelier plaats waarin de deelnemers, samen met het panel van deskundigen een keuze maken uit de ontwerpen. De Stichting zal 2 tot 4 ruimtelijke ontwerpen kiezen die qua aard, vorm, grootte en energieproductie van elkaar verschillen. Ook zal tijdens dit atelier of een aparte bijeenkomst aan een groep vertegenwoordigers van de bevolking en de bedrijven de vraag worden voorgelegd ‘wat men wenselijk is met betrekking tot participatie, financiële opbrengsten, gebiedsontwikkeling, recreatieve mogelijkheden et cetera. |
Rijks Coördinatie Regeling (RCR)Met de integrale en regionale benadering van Stichting E10 wordt versnelling van de planvorming bereikt. Het project gaat uit van de ontwikkeling van circa 100-150 MW aan windenergie. Vanwege deze omvang vormt de Minister van EZ het bevoegd gezag voor toepassing van de Wet RO.
Dat houdt in, dat het projectplan van Stichting E10 ontwikkeld wordt als een Rijksinpassingsplan en er ten behoeve van de besluitvorming één milieueffectrapportage wordt gemaakt. De visie van de Stichting E10 op het gebied en de maatschappelijke inbedding van de ontwikkeling van windenergie borgt de samenhang in het project en de rol voor de lokale partijen. E10 maakt een gebiedsanalyse waarna samen met experts en vertegenwoordigers van lokale partijen en gemeenten een afweging kan worden gemaakt over de gewenste ontwikkelingen in het gebied. Integrale benaderingHet plan voorziet in de toepassing van één of hooguit enkele windturbinetypen en integrale benadering van de netaansluiting. De realisatie en bouw van de windturbines wordt technisch als één project uitgevoerd. De uitwerking van de techniek wordt voor een aantal onderdelen in een vroeg stadium gestart met de ruimtelijke planvorming. Het gaat dan vooral om type of klasse windturbine en de elektrische en fysieke infrastructuur. Daarvoor geldt het principe van werk met werk maken. De verkoop van elektriciteit, het onderhoud en beheer wordt door de E10 organisatie geregeld.
|
Regionaal netwerk en lokale alliantiesNaast de ruimtelijke planontwikkeling besteedt E10 aandacht aan de opbouw van een regionaal netwerk en lokale allianties, waarmee de windenergieontwikkeling ingebed kan worden in de gebiedsontwikkeling van de regio. Vanwege de omvang van het project is het goed mogelijk om bestaande relevante organisaties te betrekken. Te denken valt aan de Feriening Fryske Doarpsmûnen (FFD), de Vereniging van Windturbine-eigenaren in Fryslân (VWF ) en de Vereniging Collectief bezit Windmolens (Noordenwind): het PDF. Maar ook partijen op het gebied van landschapsontwikkeling en -beheer en natuurorganisaties hebben een rol bij ontwikkeling en uitvoering van het project. Evenals organisaties die zich richten op het in stand houden en stimuleren van de sociale samenhang en de leefbaarheid van het Friese platteland.
Bij de sanering van bestaande windturbines zal afstemming plaatsvinden met PDF en provincie. Voor de herstructurering en sanering van bestaande windmolens wordt waar mogelijk aansluiting gezocht met de windbankconcepten die door het PDF worden ontwikkeld. Parallel aan de planontwikkeling besteedt de Stichting E10 aandacht aan de financieringsstructuur van het project. Daarbij wordt een balans gezocht tussen de opbrengst uit eigen en de kosten van vreemd vermogen. Voor het slagen van het project is het van belang dit punt vroegtijdig in ogenschouw te nemen. |